15

Belastingaangifte – voorlopige aanslag aanvragen – vraag het mijnonlinebelastingadviseur

Wil je alvast belastinggeld over dit jaar terugkrijgen? Of zie je aankomen dat je volgend jaar zomer een groot bedrag ineens moet betalen? Dan kun je een voorlopige aanslag aanvragen.

‘Met een voorlopige aanslag kun je op de zaken vooruitlopen.’

Normaal gesproken geef je pas volgend voorjaar je huidige inkomsten en aftrekposten op. Dan ontvang je de definitieve afrekening daarvan in de zomer. Maar met een voorlopige aanslag kun je op de zaken vooruitlopen.

Teruggave eerder ontvangen

Heb je dit jaar een hypotheek afgesloten om een huis te kopen en verwacht je renteaftrek? Werk je, heb je een kind gekregen vóór 1 juli en krijg je recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting? Of krijg je na de aangifte meestal in één keer een smak geld van de fiscus? 

Dan kun je een voorlopige aanslag aanvragen. Zodat je het belastingvoordeel alvast maandelijks op je rekening krijgt. Of je dit wilt, is een persoonlijke keuze. Sommige mensen vinden het prettig om ieder jaar rond de zomer in één keer een groot bedrag te ontvangen. Anderen hebben meer grip op hun geld als er maandelijks een vast bedrag binnenkomt.

Hoge aanslag voorkomen

Een voorlopige aanslag kan ook handig zijn als je ieder jaar juist geld moet overmaken aan de Belastingdienst.

Bij pensioen

Veel gepensioneerden moeten een groot bedrag betalen aan de Belastingdienst. Meestal omdat ze geld ontvangen uit verschillende potjes. Iedere instantie houdt maandelijks belasting in, alsof je geen andere inkomsten krijgt. Dat geldt voor de Sociale Verzekeringsbank (SVB),het pensioenfonds en de bank of verzekeraar (bij een lijfrente-uitkering).

De instanties rekenen met het laagste belasting- en premietarief van 19,45%. En ook de heffingskortingen baseren ze op het inkomen dat ze zelf uitkeren. Ze houden daardoor gedurende het jaar te weinig belasting in op de uitkeringen. De eindafrekening na afloop van het jaar valt daarom tegen.

In de aangifte komen alle inkomsten samen. Het belastingtarief blijkt dan vaak hoger over een deel van de inkomsten. Dat kan 37,35% of zelfs 49,50% zijn. Bovendien blijkt vaak te veel heffingskorting te zijn toegekend via de maandelijkse uitkeringen. Die nemen meestal af bij een hoger inkomen.

Je kunt dit effect ook deels voorkomen door de organisaties te vragen met een hoger belastingtarief te rekenen. Of geen heffingskorting toe te kennen. Maar zij zijn niet verplicht die wens in te willigen. Sommige organisaties doen dat niet.

Voor een gelijkmatige spreiding van inkomsten kun je beter een voorlopige aanslag aanvragen, dat is nauwkeuriger.

Meerdere banen

Een hoge aanslag die je achteraf ontvangt, komt veel voor bij mensen met meerdere banen.

Dat komt omdat iedere werkgever maandelijks loonbelasting inhoudt, alsof je geen andere inkomsten hebt. Ze beginnen allemaal te rekenen met het laagste belasting- en pre­mietarief van 19,45%. En ook de heffingskortingen baseren ze alleen op het salaris dat ze zelf uitkeren. Dat leidt er vaak toe dat ze te veel heffingskorting toekennen.

De werkgevers houden daardoor gedurende het jaar te weinig belasting in op de salarissen. Dat wordt dan wel weer glad getrokken via de de belastingaangifte aan het einde van het jaar. Maar die valt dan dus tegen.

In de belastingaangifte komen alle inkomsten samen. Het belastingtarief blijkt dan vaak hoger over een deel van de inkomsten. Dat kan 37,35% of zelfs 49,50% zijn. Bovendien blijkt vaak te veel heffingskorting te zijn toegekend via de maandelijkse uitkeringen. Die nemen meestal af bij een hoger inkomen.

Levenslooprekening

Ontvang je een groot belast bedrag ineens? Dan krijg je over dat jaar vaak een hoge aanslag aan het eind van het jaar. Bijvoorbeeld bij vrijval van de levensloopregeling.

Iedereen die nu nog geld op de levensloopregeling heeft, krijgt dat dit jaar ineens uitgekeerd. De regeling wordt in 2021 beëindigd. Dat leidt vaak tot lagere heffingskortingen en hogere belastingtarieven over 2021.

Als je alimentatie krijgt

Als je alimentatie ontvangt is er ook sprake van meerdere belaste inkomens. De ontvangen alimentatie is belast, maar er is nog geen belasting op ingehouden.

Dat betekent vaak dat je belasting moet bijbetalen bij de aangifte aan het eind van het jaar. Al is dat lang niet zeker. Wie kinderen heeft, krijgt vaak ook inkomensafhankelijke combinatiekorting.

Het belastingvoordeel dat wordt uitgekeerd via de belastingaangifte kan de belasting over alimentatie overtreffen.  

Zzp'ers en freelancers

Heb je inkomen uit freelance werk of als zzp'er? Ook dan krijg je na het indienen van de aangifte vaak een forse rekening.

Over die inkomsten is nog helemaal geen inkomstenbelasting of bijdrage voor de zorgverzekeringswet betaald. In dit geval krijg je ook vaak onvrijwillig een voorlopige aanslag opgelegd.

Als je een voorlopige aanslag aanvraagt, voorkom je een grote eindafrekening. Tenminste: over het huidige jaar en toekomstige jaren. De belastingdienst verrekent maandelijks waar je naar schatting recht op hebt.

Zo’n aanvraag heeft wel een belangrijk nadeel. In het jaar van de aanvraag moet je voor twee jaren belasting ophoesten. Die voor het jaar zelf én die voor het voorgaande jaar.

Voordeel in box 3

Soms heb je ook een klein voordeel als je een voorlopige aanslag aanvraagt in box 3. Is je vermogen op 1 januari 2021 naar verwachting meer dan €50.000? Of meer dan €100.000 als partners? Dan scheelt het belasting in box 3 als je de voorlopige aanslag over het lopende jaar betaalt vóór 31 december. Dat heeft vooral zin bij een hoge aanslag.

Vroeg je ruim 8 weken voor het einde van het jaar een voorlopi­ge aanslag aan, maar ontving je hem niet vóór 1 januari? Dan mag je het hele aanslagbedrag aftrekken van de waarde van je bezittingen in je aangifte. Je moet daarvoor een door de Belastingdienst ingevuld banksaldo handmatig verlagen.

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Box 3: sparen en beleggen

Hebt je vermogen, zoals spaargeld, aandelen of een tweede woning? Dan hoef je de werkelijke inkomsten, bijvoorbeeld de rente op je spaargeld, het dividend op je aandelen of de huuropbrengst, niet aan te geven. Kosten, zoals betaalde rente, mag je niet aftrekken.

De Belastingdienst rekent een vast percentage van de grondslag sparen en beleggen als jouw voordeel in box 3. De grondslag sparen en beleggen is de waarde van je vermogen (bezittingen min schulden) op 1 januari, na aftrek van het heffingsvrij vermogen. Je schulden worden verlaagd met een drempel.

Je voordeel verminder je met het persoonsgebonden aftrek als je daarvoor in box 1 te weinig inkomsten hebt. Wat overblijft is het belastbaar inkomen in box 3.

Heffingsvrij vermogen

Voor iedereen geldt in box 3 een heffingsvrij vermogen. 

Is het vermogen niet hoger dan je heffingsvrij vermogen? Dan heb je geen voordeel uit sparen en beleggen en hoef je geen belasting te betalen in box 3. Is het vermogen wel hoger? Dan telt alleen het deel erboven mee voor de berekening van de belasting in box 3.

Fiscale partner

Heb je het hele jaar een fiscale partner? Dan ga je uit van:

•  de gezamenlijke bezittingen min de schulden

•  de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen

•  het gezamenlijke heffingsvrij vermogen

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 

Hoe je hem aanvraagt

De voorlopige aanslag vraag je aan in Mijn Belastingdienst. Als je een fiscale partner hebt, kun je kiezen of je hem alleen voor jezelf of voor jullie beiden aanvraagt.

Vervolgens krijg je de keuze om de gegevens alvast zoveel mogelijk vooraf te laten invullen. De Belastingdienst gebruikt daarvoor je gegevens van twee jaar geleden. Zijn er in vergelijking met toen veel verschillen, dan kun je beter een leeg formulier openen. Gebruik je de vooraf ingevulde aangifte, controleer dan goed wat er al staat.

Lastig stop te zetten

Heb je eenmaal een voorlopige aanslag aangevraagd bij de Belastingdienst, dan kom je er niet gemakkelijk meer van af. Je krijgt in de jaren erop automatisch wéér een voorlopige aanslag. Dat is alleen niet altijd zo als je de aanvraag pas in de laatste maanden van het jaar indiende. 

Stopzetten kan meestal niet zomaar. Wij vragen ons af waarom dit niet makkelijker kan. Op de website van de Belastingdienst lees je meer over het stopzetten van de voorlopige aanslag.

–––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 

Ik wil mijn voorlopige aanslag 2021 stopzetten – kan dat?

Jammer genoeg kun je niet simpelweg doorgeven dat je de maandelijkse voorlopige aanslag wilt stoppen. Wél kun je de gegevens wijzigen waarop de Belastingdienst de voorlopige aanslag baseren.

Ooit heb je een voorlopige aanslag aangevraagd of van de Belastingdienst gekregen. Dat betekent dat je maandelijks alvast inkomstenbelasting terugkrijgt of betaalt, in plaats van het hele bedrag ineens na afloop van een jaar. Omdat je bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek hebt. Of een heffingskorting, zoals de inkomensafhankelijke combinatiekorting.  

Weet je zeker dat je situatie gaat veranderen dit jaar en wil je daar alvast op inspelen? Dan kun je de gegevens wijzigen in de voorlopige aanslag. 

 

Vul het hele online formulier ‘Verzoek of wijziging voorlopige aanslag’ opnieuw in

Dus met je ongewijzigde gegevens én de gegevens die je wilt aanpassen. Als daaruit blijkt dat je geen recht meer hebt op een voorlopige aanslag, dan wordt deze gestopt.

Heb je alleen heffingskortingen en géén aftrekposten? Dan is stoppen eenvoudiger

Gebruik dan het formulier 'Stopzetten voorlopige aanslag heffingskortingen'. Je hoeft alleen aan te geven welke heffingskorting je wilt stoppen.

Op de achterkant van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting zie je welke aftrek en welke heffingskortingen je hebt. Die voorlopige aanslag heb je gekregen op papier én in de Berichtenbox.

En daarna?

Meestal krijg je binnen 5 weken bericht. Soms duurt het langer, maar je hoort altijd binnen acht weken van de Belastingdienst.

De wijziging gaat in per 1 januari 2021, met terugwerkende kracht dus. Heb je al geld gekregen in 2021? Dan moet je misschien een bedrag terugbetalen. Ook hierover krijg je bericht.

Waar vind je het formulier dat je nodig hebt?

Het formulier ‘Verzoek of wijziging voorlopige aanslag’ vind je in Mijn Belastingdienst onder ‘Inkomstenbelasting’.

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––  

Jaarlijks controleren

Ieder jaar, in december en januari, stuurt de fiscus weer de nieuwe voorlopige aanslagen van het nieuwe jaar. Neem deze rustig door en ga na of je iets moet aanpassen. Dat doet de Belastingdienst niet voor je. Die houdt alleen rekening met de wijziging van belastingregels.

Wanneer moet je iets aanpassen?

Zorg ervoor dat de voorlopige aanslag actueel blijft. Vergeet hem bijvoorbeeld niet aan te passen bij:

Betalingskorting

De voorlopige aanslag kun je in termijnen betalen, maar ook in één keer. In dat geval geeft de Belas­tingdienst gewoonlijk een betalingskorting van 4% op jaarbasis. Dat is dus best aantrekkelijk als je het geld anders maar op een spaarrekening zou laten staan.

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––  

Betalingskorting (alleen bij voorlopige aanslag inkomstenbelastingen voorlopige aanslag vennootschapsbelasting)

Mag je de belastingaanslag in termijnen betalen, maar betaal je in één keer? Dan kun je betalingskorting krijgen.

Wanneer krijg je betalingskorting?

Je kunt betalingskorting krijgen voor de voorlopige aanslag inkomstenbelasting en de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting die je krijgt in het jaar waar de aanslag over gaat. Op de aanslag zie je of je betalingskorting kunt krijgen en hoeveel.

• Heb je voor de belasting van het lopende jaar een voorlopige aanslag ontvangen?

• En staat er op de voorlopige aanslag ook: ‘Betalingskorting bij betaling ineens’, met een bedrag? 

• En wil je het hele bedrag in één keer betalen voor de eerste betaaldatum?

• Trek dan zelf het bedrag van de betalingskorting af van het hele belastingbedrag.

 

Voorbeeld

Je krijgt een voorlopige aanslag. Je moet betalen: €1.200. Maar in de voorlopige aanslag staat dat je bij betalen in één keer €1 korting krijgt. Dan trek je die €1 van het totaal te betalen bedrag af.
Totaal te betalen volgens de voorlopige aanslag: €1.200. De betalingskorting omdat je in één keer betaalt: €1. Je betaalt in één keer voor de eerste betaaldatum. Je betaalt: €1.200 min €1 = €1.199.
Trek dus zelf de betalingskorting af van het totaal bedrag. Maar dat mag alleen als je in één keer betaalt voor de eerste betaaldatum.
Trek je de betalingskorting niet af? Dan betaal je te veel. Je krijgt het te veel betaalde automatisch teruggestort. Maar alleen als je geen schulden bij de Belastingdienst hebt.
Het bedrag moet bij de Belastingdienst binnen zijn op de datum die op de aanslag staat bij ‘Eerste vervaldag’. Een bank heeft meestal een paar dagen nodig om je betalingsopdracht te verwerken. Houd hier rekening mee.

Betaal je niet op tijd of te weinig?

Wordt het bedrag niet op tijd ontvangen? Of is het te weinig? Dan heb je geen recht op betalingskorting. Je krijgt een acceptgiro of betaalinformatie met het bedrag dat je nog moet betalen. Dit bedrag mag je in termijnen betalen. Het totale bedrag moet uiterlijk op 31 december op de rekening van de Belastingdienst staan.

Betaalde je te veel?

Heb je meer betaald dan nodig? Bijvoorbeeld omdat je de betalingskorting niet juist berekende? Dan krijg je waarschijnlijk het te veel betaalde terug. Heb je te veel betaald op een aanslag? En je hebt geen andere aanslag open staan? Dan wordt het te veel betaalde binnen 8 weken teruggestort op je rekening. Maar heb je nog een andere aanslag open staan? Dan kan het teveel betaalde bedrag met die andere aanslag verrekend worden. 

Verlaagd de Belastingdienst de voorlopige aanslag?

Wordt de aanslag verlaagd, bijvoorbeeld omdat je de voorlopige aanslag hebt gewijzigd? Dan wordt de betalingskorting opnieuw berekend. Misschien moet je dan een deel van de korting terugbetalen. Of heb je geen recht op korting omdat je nog niet hebt betaald. Wil je zeker weten dat je betalingskorting krijgt? Zorg dan dat het bedrag van de oorspronkelijke aanslag op tijd is bijgeschreven op de rekening van de Belastingdienst.

Hoe wordt de betalingskorting berekend?

De betalingskorting wordt berekend over de helft van het bedrag dat je moet betalen. Dit is je gemiddelde schuld over de hele betaalperiode. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het percentage voor de invorderingsrente.

 

Let op!Het rentepercentage van de betalingskorting is gekoppeld aan het rentepercentage van de invorderingsrente. Het verlagen van deze rente naar 0,01% tot 1 januari 2022 is een kabinetsmaatregel vanwege de coronacrisis.

 

De betaalperiode is de periode waarover je het bedrag mag betalen in verhouding tot het totaal aantal dagen in een jaar. Hiervoor zijn vaste regels. Een jaar wordt bijvoorbeeld op 360 dagen gesteld. En iedere volle maand telt als 30 dagen.

 

VoorbeeldJe hebt een voorlopige aanslag over het lopende jaar ontvangen van €10.000. De 1e termijn van de aanslag moet uiterlijk op 15 februari van het lopende jaar binnen zijn. De laatste op 31 december van het lopende jaar. Je hebt dan 313 dagen de tijd om de aanslag te betalen: Er wordt geteld vanaf 16 februari, de dag na de 1e vervaldag, het aantal dagen in februari. Dat zijn er 13 - dit geldt ook voor een schrikkeljaar. Voor maart tot en met december worden er 10 x 30 = 300 dagen geteld.
De korting bereken je dan zo: je gemiddelde schuld over de hele betaalperiode is €5.000. Dit bedrag vermenigvuldig je met 0,01%. Dit is €0,50. Dit bedrag vermenigvuldig je nog met 313/360. De betalingskorting is dan €0,43. Dit bedrag wordt afgerond naar boven op hele euro’s. De betalingskorting is dus €1.

Bezwaar

Ben je het niet eens bent met het bedrag van de betalingskorting? Dan kun je per brief bezwaar maken. Je kunt geen bezwaar maken tegen het rentepercentage van de betalingskorting.

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––  

 

2021 is een uitzondering

Voor het jaar 2021 is de betalingskorting bijna helemaal geschrapt. Dat is volgens de Belastingdienst de keerzijde van een corona-tegemoetkoming voor uitstel van betaling. Wij twijfelen of dit niet toch anders kan en hebben hierover kritische vragen gesteld aan de Belastingdienst.

Andere jaren

Als je betalingskorting wilt, dan moet je deze zelf van het hele belastingbedrag aftrekken. De korting staat op de aanslag. In praktijk krijg je hoogstens 1,7% korting. Dat het geen 4% is van het totale belastingbedrag, komt omdat het gaat om 4% op jaarbasis. De maand januari betaal je bijvoorbeeld met een betaling ineens niet eerder dan met een gespreide betaling. En de maanden tot en met de zomer bijvoorbeeld maar ietsje eerder. 

Hoe later in het jaar de voorlopige aanslag wordt opgelegd, hoe minder vooruitbetalen oplevert. Vraag je ’m tijdens het jaar aan en heeft de voorlopige aanslag een dagtekening na 30 september? Dan wordt er geen betalings­korting meer aangeboden.

––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––

Denk wel dat er wel algemene raadgevingen zijn, maar dat die per persoon of per gezin verschillen. Wat goed is voor het ene gezin, kan totaal niet van toepassing zijn op een ander gezin. En eerlijk duurt het langst, fouten in belastingaangifte of te veel aangevraagde toeslagen worden vrijwel altijd weer rechtgezet met alle gevolgen van dien.

Veel succes met het invullen van de belastingaangifte. Je kunt natuurlijk ook een afspraak maken op mijnonlinebelastingadviseur.nl, dan kun je samen met een van onze consulenten de aangifte doen.

‘Krijg je al jaarlijks een voorlopige aanslag en verwacht je voor dit jaar minder inkomsten als gevolg van het coronavirus? Dan kun je een verzoek indienen voor verlaging van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting’
> meer artikelen <